scroll

Zweeds voor beginners

1 Welkom!

Welkom bij de proefles van de opleiding Zweeds voor beginners. Door het doen van deze proefles krijg je meer inzicht in wat je kunt verwachten van het studeren bij NTI. Wij vinden het belangrijk dat jij een weloverwogen studiekeuze maakt. In deze proefles duik je in de lesstof en zie je hoe het lesmateriaal eruitziet. Natuurlijk kunnen we in deze proefles maar een heel klein gedeelte van de lesstof behandelen, we hopen dan ook dat dit onderwerp je aanspreekt ;-). Tijdens het doornemen van de lesstof kun je jouw kennis gelijk testen met de meerkeuzevragen! 

Succes met de proefles!

2 Proefles: Zweeds voor beginners

Inleiding

Met deze proefles krijg je een indruk van de cursus Zweeds voor beginners. Je krijgt inzicht in de lesstof. Tijdens het lezen van de lesstof kun je jezelf testen door vragen te beantwoorden. 

Dit is les 1 van de cursus Zweeds
De eerste Zweedse woorden die je leert, zijn de benamingen van mensen en van enkele voorwerpen. Bij de woorden leren we er meteen het juiste onbepaald lidwoord, en of ett (een), bij (zie overzicht 1A).

  • En is het mannelijk/vrouwelijk onbepaald lidwoord.
  • Ett is het onzijdig onbepaald lidwoord.

De eerste woorden
Onderstaand leer je de eerste Zweedse woorden. Bekijk de woorden en probeer de woorden na te zeggen.



De benamingen van talen worden in het Zweeds met een kleine letter geschreven.

Let op: In Zweden wordt bijna altijd Holland en holländska gezegd voor ‘Nederland’ en ‘Nederlands’. Daarom zullen we dat in deze cursus ook steeds gebruiken. De officiële benaming voor Nederland in het Zweeds is Nederländerna (nee:derlenderna).

Persoonlijke naamwoorden
In het Nederlands kennen we de volgende persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij/je/u, hij/zij/het, wij, jullie/u, zij. Het Zweeds kent soortgelijke benamingen. Deze vind je hieronder.

Meervoud
Deze uitspraak wijkt af van wat men zou verwachten.

Opmerking
Ni
betekent eigenlijk behalve ‘jullie’ ook ‘u’. In Zweden is het echter heel gewoon en beleefd om iemand met u aan te spreken.

In de Zweedse vertaling van de zin: "U spreek Zweeds", past één persoonlijk voornaamwoord in elk geval niet. Welke is dat?

Du Ni De

Werkwoorden
Een werkwoord kan verschillende dingen uitdrukken, bijvoorbeeld een handeling, een bezigheid, een omstandigheid, een gebeurtenis of een toestand.

  • Moeder schilt de aardappelen.
  • De rozen bloeien.

Om straks de eerste Zweedse zinnen te kunnen maken, moeten we eerst iets over de Zweedse werkwoorden leren. We beginnen met een paar werkwoorden die veel voorkomen. Eerst leren we het ‘hele werkwoord’. Het hele werkwoord wordt ook wel de ‘infinitief’ genoemd. Hieronder vind je een aantal werkwoorden.

Voor het Zweedse hele werkwoord komt att te staan. Dit woord is te vergelijken met het Nederlandse ‘te’.

De Zweedse werkwoorden zijn ingedeeld in vijf groepen. Binnen één groep wordt op dezelfde manier de tegenwoordige tijd, de verleden tijd, de gebiedende wijs enzovoorts, gevormd.
Daarbij wordt uitgegaan van de stam van het werkwoord; de basis die wordt gebruikt om die tegenwoordige tijd, verleden tijd enzovoorts te maken.

Bij twee groepen (groep 1 en groep 3: zie onderstaande overzicht) is de stam van het werkwoord gelijk aan het ‘hele’ werkwoord. Je hebt zojuist enkele ‘hele’ werkwoorden geleerd. Hier krijg je twee voorbeelden; achter het hele werkwoord vind je de stam, die je kunt nazeggen.

Groep 1


Groep 3


Groep 2


Groep 4


Groep 5 
Groep 5 is de groep van de onregelmatige werkwoorden. De naam zegt het al, in deze groep horen de werkwoorden thuis die allemaal op een verschillende, onregelmatige manier worden vervoegd en die niet in de andere vier groepen passen. Deze werkwoorden hebben wel een stam, maar die lijkt soms niet op het hele werkwoord.

De werkwoorden in groep 2 kunnen nog weer in twee subgroepen verdeeld worden. In latere lessen zullen we op deze indeling van de werkwoorden nog uitgebreid terugkomen.

De tegenwoordige tijd
Als we willen uitdrukken dat een handeling nu gebeurt, een toestand nu bestaat, zetten we het werkwoord in de tegenwoordige tijd. Om in het Zweeds een werkwoord in de tegenwoordige tijd te zetten, moeten we uitgaan van de stam van het werkwoord. Achter de stam van het werkwoord wordt een r of er geplaatst. Bij de werkwoorden van groep 5 is deze vorm ook onregelmatig. Neem je de volgende uitleg en voorbeelden maar eens door.

Groep 1 en groep 3
Om de werkwoorden van groep 1 en groep 3 in de tegenwoordige tijd te zetten, moet achter de stam een r worden geplaatst. Bijvoorbeeld:


Groep 2 en 4
Om de werkwoorden van groep 2 en 4 in de tegenwoordige tijd te zetten, komt er als uitgang na de stam er achter. Bijvoorbeeld:


Groep 5
Bij de werkwoorden van groep 5 (de onregelmatige werkwoorden) wordt de tegenwoordige tijd op verschillende manieren gevormd.

In het Nederlands verandert het werkwoord in de tegenwoordige tijd mee met het onderwerp: ‘ik loop’, ‘jij loopt’ en ‘jullie lopen’. In het Zweeds is dat niet zo. Ken je eenmaal de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd, dan weet je dat die vorm bij elk onderwerp hetzelfde blijft, of dat nu in het enkelvoud of in het meervoud staat. Neem het volgende voorbeeld van het werkwoord att tala (spreken) maar eens door.

'Jag äter', betekent in het Nederlands 'ik eet'. Wat is de vertaling van 'jullie eten'?

De eerste zinnen
Zeg nu de volgende zinnen na en neem hun vertaling door. Let vooral op de verbuiging van het werkwoord, die wel in het Nederlands plaatsvindt, maar niet in het Zweeds.

Let op: Niet alle woorden in een zin krijgen evenveel nadruk(accent). Nu je de eerste zinnetjes leert, zal je zien dat de accenten van sommige woorden verdwijnen, en dat de uitspraak iets korter wordt dan je bij de losse woorden hebt geleerd. De vetgedrukte letters en de dubbele punt (:) in de uitspraakaanduiding helpen je bij het leggen van de juiste klemtonen en het bepalen van de juiste lengte van de klinkers.

Het Zweedse werkwoord verandert dus niet met het onderwerp mee, maar houdt altijd dezelfde vorm. Als je een nieuw werkwoord in de les leert, krijg je daarbij steeds meteen de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

Nu volgt het rijtje werkwoorden dat je al eerder hebt geleerd, met daarbij de vorm van de tegenwoordige tijd. Je kunt de verbuiging nazeggen.

Uitzondering
De tegenwoordige tijd van att vara wijkt af van de andere vormen. Är wordt echter zó vaak gebruikt, dat je zult merken, dat het weinig moeite kost om het te onthouden.

ZICH VOORSTELLEN
Het werkwoord att heta (heten) gebruikt men ook om zich voor te stellen. In het Nederlands zegt men bijvoorbeeld: ‘ik ben Lena’. Een Zweed zegt bij het voorstellen:

Dat is letterlijk vertaald: ‘ik heet Lena’.

Je kunt nu ook jezelf verstellen in het Zweeds. Zeg een paar keer:


Op de puntjes vul je je eigen naam in. Jouw naam krijgt in deze zin de meeste nadruk.

We kunnen nu de eerste zinnen gaan maken. Zeg de zinnen na en neem de vertaling ervan goed door. Let vooral op de verbuiging van het werkwoord.

En kopp kaffe kostar en krona,
(en khopp khaffe khostar en khroe:na)
Een kopje koffie kost een kroon

Du studerar svenska,
(duu stuudee:rar swenska)
Jij studeert Zweeds.

Han har en dotter och en son.
(han haar en dotter o en soo:n)
Hij heeft een dochter en een zoon.

Hon heter Lena.
(hoen heeter lee:na)
Zij heet Lena.

Han är en pojke,
(han ee en phojke)
Hij is een jongen.

Oefening
Vul op papier de juiste verbuiging van het werkwoord in, zeg de zinnen na en neem hun vertaling door.

(att äta)
En kvinna äter ett äpple.
(en khwienna èèter ett epple)
Een vrouw eet een appel.

(att läsa)
De läser en bok.
(dom lèèser en boe:k)
Zij lezen een boek.

(att vara)
Han är en pojke.
(han ee en phojke)
Hij is een jongen.

(att dricka)
Jag dricker ett glas mjölk.
(jaa driekker ett klaas mjùlk)
Ik drink een glas melk.

(att bo)
De bor i ett hus.
(dom boe:r ie ett huu:s)
Zij wonen in een huis.

(att tala)
Ni talar holländska.
(nie thaa:lar hollendska)
Jullie spreken Nederlands.

 

Dit is het einde van het lesstof-gedeelte van de proefles. Hopelijk heb je hiermee een goed beeld gekregen van het lesmateriaal van de opleiding. Naast de literatuur studeer je bij NTI ook met allerlei online studietools. Wil je hier meer over weten? Scroll dan snel verder naar "Studeren bij NTI"!

3 Studeren bij NTI

FlexibelStuderen® doe je bij NTI

Ben jij een vroege vogel, of duik jij liever ‘s avonds laat de boeken in? Met de flexibele opleidingen van NTI kan iedereen, overal studeren. Je kiest zelf je startmoment en bepaalt je eigen tempo. Je krijgt les van topdocenten en wordt tijdens je opleiding begeleid door een mentor. Met jouw online leeromgeving en échte studieboeken studeer je op jouw manier. FlexibelStuderen® doe je bij NTI.

Studietools

Bij NTI gebruik je, afhankelijk van je opleiding, verschillende studietools. Zo ga je aan de slag in de online leeromgeving, gebruik je jouw Mijn NTI en werk je met studieboeken.

Demo online leeromgeving

De online leeromgeving is beschikbaar waar en wanneer je wilt en geeft jou alle benodigde tools tijdens jouw studie. Om een indruk te krijgen van de online leeromgeving kun je een gratis demo volgen. Hier leggen we overzichtelijk uit welke handige hulpmiddelen er tijdens het studeren voor jou klaar staan.

Ben je benieuwd hoe onze online leeromgeving eruit ziet?

Neem een kijkje in de gratis demo

Daarom FlexibelStuderen®:

  1. Erkende opleidingen, bekende naam
  2. Studeren met veel persoonlijk contact
  3. Voordelig studeren, transparant over kosten
  4. Studeren op jouw moment en jouw manier
  5. Overal studeren met onze online leeromgeving
  6. Persoonlijke begeleiding door mentoren en ervaren docenten
  7. Werkgevers zijn snel overtuigd

Direct inschrijven

Wij zijn trots op onze studenten

Studenten van NTI zijn geen doorsnee studenten. Ze volgen een studie naast hun volle leven; hun baan, gezin, hobby’s en vrienden. Ze bepalen hun eigen weg, gaan ook buiten de gebaande paden en studeren op de raarste momenten en vreemdste plekken. Het zijn doorzetters, vol motivatie. Omdat ze hun droom volgen, stappen zetten, de regie in eigen hand nemen. Ze mogen trots op zichzelf zijn. Wij zijn het in ieder geval.

Lees hier de verhalen van onze studenten

Wat is jouw volgende stap?

We denken graag verder met je mee! Het starten van een studie is spannend en roept misschien nog wel meer vragen op. Maar wist je dat iets nieuws leren ook bijdraagt aan je levensgeluk? Je verder ontwikkelen is bovendien goed voor je zelfvertrouwen en je hebt natuurlijk aan de eettafel weer iets te vertellen ;-)

Klaar om te beginnen?

Schrijf je nu in

Heb je na het doen van deze proefles nog vragen? Of zijn er dingen waar je over twijfelt? Onze studieadviseurs geven je geheel vrijblijvend een persoonlijk studieadvies en beantwoorden al je vragen.

5 Ervaringen

Wat vinden onze eigen studenten van hun opleiding?

Bij NTI streven we naar kwalitatief goed onderwijs dat voor iedereen bereikbaar is. En wie kan dit beter beoordelen dan onze eigen studenten?

Chantal, 47 jaar

5star reviews

"Dit is mijn 2de studie bij de NTI en ik ben nog steeds enthousiast! Er is veel verbeterd vergeleken met mijn eerste studie en het is heel duidelijk wat je wanneer moet doen. Verder heb je veel vrijheid om zelf je tempo te bepalen en is de leerstof duidelijk aangegeven in de meeste boeken. Ik kan studeren bij de NTI van harte aanbevelen!" 

Rick

5star reviews

"Prima opleiding! Het niveau is niet te moeilijk, je kunt er lekker snel doorheen werken. Ik vind de stages die erbij horen erg leuk.. zo leer je direct in de praktijk. Over het NTI zelf, ik zou ze zeker aanraden. Contact verloopt netjes en snel, bij vragen regelen ze vrijwel direct alles voor je. Top!" 

Irene

4star.png

"Een goede ervaring over het algemeen. Het thuis studeren bevalt me erg goed en ik vind het prettig dat ik de vrijheid heb om mijn studie zo in te delen zoals het voor mij goed uitkomt."

Sabine

Foodblogster Sabine volgt de HBO Bachelor Toegepaste Psychologie naast haar blog OhMyFoodness